In de bus

Ik wilde een mooi verhaal maken over een man in de bus. Hij was kaal en had haren op zijn neus. Zijn rugtas was rood en er stond Brinta op. Terwijl we reden veranderde hij een stuk of vier keer van plaats. Hij haalde een zakje met brood uit zijn zak en at eerst de ene helft, en een half uur later de andere helft van zijn dubbele boterham. Het was witbrood met kaas.

Tenslotte wilde ik vertellen over zijn sokken. Aan zijn linkervoet zat een bruine en aan zijn rechtervoet een blauwe met witte stipjes. Maar toen bedacht ik me dat dit verhaal kant noch wal zou raken, want ik draag ook wel eens twee verschillende sokken.