Hoe het ontstaat

Pikkedonker. Ergens prikken wel wat sterren door de wolken, maar evengoed zie ik geen hand voor ogen. Ik schrik van de auto die ineens rechts van mij geparkeerd staat. Met elke stap zie ik wel iets meer, en het scheelt: ik ken de weg.

Er streelt een briesje langs mijn benen en de koele nachtlucht vult mijn longen. Onverwacht komt de maan, bijna rond, achter de wolken vandaan. Het hekje gaat piepend open en dicht. Er weerklinkt een zin in mijn hoofd, een regel. Iets met de maan en omarmen – omvangen – omhelzen. In mijn tentje puzzel ik de woorden aan elkaar.