Stil, mijn ziele, zo stil
Tijden kwijnen weg
Eer het God toekwam
Koud, mijn ziele, zo koud
Kussen missen mijn
Hart slechts meer verward
Nacht, ziel, het is nacht
Smachtend wachten licht
God, breek door mijn muur
Lees, mijn ziel, een Woord
Klaterstromen water
In het veld van Efratha
Licht op, ziele, verlicht!
Levengevend God
Zegent and’ren maar ook mij