Miezermorgen

Woensdagmorgen was een bijzondere, práchtige morgen. De tuin was gehuld in zachte damp, een lichte motregen.

Rijpend fruit. Rankend kruid. (Slangenkruid.)

En op de laatste, de grote dag van het feest, stond Jezus daar en riep: Als iemand dorst heeft, laat hij tot Mij komen en drinken. Wie in Mij gelooft, zoals de Schrift zegt: Stromen van levend water zullen uit zijn binnenste vloeien. En dit zei Hij over de Geest, Die zij die in Hem geloven, ontvangen zouden; want de Heilige Geest was er nog niet, omdat Jezus nog niet verheerlijkt was.

Johannes 7 vers 37-39 (HSV)