LUISTER.

Hier ben ik weer.
Je zit me als gegoten, je past,
valt om me heen als een op maat gemaakte jas.

Jij bent de stilte.

Ik betreed je met ontzag en ik demp mijn stem zoals jij mijn stappen dempt.
Als ik wat zeg, praat ik achter mijn adem – maar liever zeg ik helemaal niets want
mijn oren staan gespitst en vangen ieder geluid
dat jouw zwijgen doorbreekt.

Jij bent de stilte
maar je huist levende wezens,
je herbergt kloppende harten.

Er is altijd meer dan ik zie en ik kom altijd ogen tekort (ook al zijn twee ogen precies genoeg)
en er is altijd meer dan ik hoor want alles in jou verbergt zich voor mij.

Alles wat ik zie, alles wat ik hoor,
alles wat je prijsgeeft is een groot cadeau.

De winter laat jou en je leven rusten, dat is goed.

Mijn wens is mijn wortels in jouw stilte te vatten en
ik wil je vast vertellen dat ik niet kan wachten
op jouw muziek.