Herinner de woorden die door de profeten
voorheen gesproken zijn,
en het gebod van de Heere en Zaligmaker,
dat door middel van ons, apostelen, verkondigd is
(daarom schrijf ik jullie deze tweede brief).
Om te beginnen moet je weten,
dat in het laatste tijdperk spotters zullen komen,
die hun hartstocht zullen volgen,
en zeggen: “Waar is de belofte van Zijn komst?
Alles is zoals het altijd is geweest
en alles gaat zoals het altijd is gegaan.”
(…)
Let erop, geliefden,
dat één dag bij de Heere is als duizend jaar
en duizend jaren zijn als één enkele dag.
De Heere vertraagt de belofte niet
(zoals sommigen dat als traagheid zien),
maar Hij heeft geduld met ons,
Hij wil niet dat sommigen verloren gaan,
maar dat een ieder tot bekering komt.
Maar de dag van de Heere zal zeker komen,
onverwacht,
als een dief in de nacht.
Dan zullen de hemelen met gedruis voorbijgaan
en de elementen brandend vergaan,
de aarde en alle dingen op de aarde
zullen volledig verbranden.
Als de dingen van de aarde allemaal vergaan,
hoeveel zou je je dan bezig moeten houden
met heilige levenswandel en met godsvrucht?
Jullie, die de komst van de dag van God verwachten
en daarnaar verlangen;
de dag waarop de hemelen,
door vuur zullen vergaan
en de elementen zullen smelten.
Maar wij verwachten,
zoals Hij belooft heeft,
nieuwe hemelen
en een nieuwe aarde,
waar gerechtigheid woont.
