Psalm 84

Hoe lieflijk zijn Uw woningen
daar waar de vogels nestelen
waar de takken zilver zijn
en de blaadjes goud

Mijn hart reikt naar de hemel
mijn ziel verlangt bij U te zijn
U die de musjes kent
U die mijn Koning bent

Gelukkig zijn die wonen in Uw huis
die zich geen zorgen hoeven maken
beschermd door vaste muren
zij loven U voortdurend

Gelukkig zijn die arm zijn in zichzelf
die, als hun ziel verschrompeld is,
hun dorst pas kunnen lessen
als zij Uw Bron ontdekken

Door steeds weer nieuwe kracht te krijgen
soms als dauw en soms als regen
gaan zij voort, vertrouwend op Uw Woord
totdat zij voor Uw troon verschijnen

                    Heer, God van het verbond,
                    Overste van de engelenmacht,
                    neig Uw oren
                    luister naar mijn woorden

Eén dag met U is zoveel beter
dan duizend dagen met alleen mezelf
ik stond liever op de drempel van Uw huis
dan dat ik woonde waar U wordt verguisd

Gelukkig zijn degenen die
zichzelf voor U niet willen bergen
U zult voor hen een schuilplaats zijn
U zult hen genadig zijn

Met een hint naar Mattheüs 10:29, 31 — Worden niet twee musjes voor een penninkje verkocht? En niet een van hen zal op de aarde vallen buiten uw Vader om. Wees dus niet bevreesd, u gaat veel musjes te boven.
En naar Mattheüs 5:3 — Zalig zijn de armen van geest, want van hen is het Koninkrijk der hemelen.

Verder doen woorden uit psalm 84 mij denken aan Johannes 4:13, 14 — Jezus antwoordde en zei tegen haar: Ieder die van dit water drinkt, zal weer dorst krijgen, maar wie drinkt van het water dat Ik hem zal geven, zal in eeuwigheid geen dorst meer krijgen. Maar het water dat Ik hem geven zal, zal in hem een bron worden van water dat opwelt tot in het eeuwige leven.
En aan Johannes 14:2 — In het huis van Mijn Vader zijn veel woningen; als dat niet zo was, zou Ik het u gezegd hebben. Ik ga heen om een plaats voor u gereed te maken.