

Een ochtend alleen met de camera en de beestjes.



Nu ik hier gehurkt zit, of ongemakkelijk op één been leun tussen sloot en struik, ervaar ik het aan den lijve. De tijd vertraagt.
De meeste dagelijkse dingen vliegen. De dagen lossen op in de nameloze brij van vergetelheid.
Ik herinner me de dagen waarop ik eindeloos de ene voet voor de andere zette. De dagen waarop mijn zintuigen zich konden laven aan rust. De dagen waarop mijn geest weer leerde focussen, omdat het leven niet ‘veel’ was, maar ‘genoeg’.
Het langzame beklijft.







En toen riep mijn vader: Liek, hier een meikever!
(Soms zie je samen meer.)

Naampje bij het beestje op mijn Waarnemingaccount.