Sneeuw | De Struinoloog
struin·o·loog (de, m, v; meervoud: struinologen) 1. Een gesproken woord [logos] tijdens struinen. 2. Beoefenaar, deskundige op het gebied van struinen.
Deze blogs zijn ontstaan tijdens struinen. In die tochten ontwikkelen mijn gedachten over struinen gestaag. Inmiddels spreek ik over de wetenschap van de struinologie.
struin·o·loog (de, m, v; meervoud: struinologen) 1. Een gesproken woord [logos] tijdens struinen. 2. Beoefenaar, deskundige op het gebied van struinen.
Of zeg je dat niet zo? Als mijn oog valt op iets wat door God gemaakt is, dan zet Hij me toch stil?
Was de lucht zaterdag verzadigd van kleur, vanavond klinkt de lofzang anders.
Wat een drama kunnen we (kan ik) soms maken om de betekenis van een enkel woord.
Bij bloei moet ik altijd denken aan bloed. Al is het maar omdat bloeden in dialect wel eens bloeien genoemd wordt.